
Het is van belang dat zowel werkgevers en werknemers het onderwerp bespreekbaar maken om met elkaar het taboe doorbreken. Want de gevolgen van pesten kunnen erg groot zijn. Het tast de waardigheid aan van de mensen die het overkomt, verpest het plezier in het werk en leidt tot psychische problemen en uitval.
Ruim 1,2 miljoen werknemers hadden het afgelopen jaar te maken met discriminatie, pesten of (seksuele) intimidatie op het werk. In combinatie met een hoge werkdruk verdubbelt ongewenst gedrag de kans op burn-out klachten.
Ongewenst gedrag heeft grote impact op de mensen die het overkomt. Daarnaast zorgt het naar schatting jaarlijks voor gemiddeld zeven extra verzuimdagen per slachtoffer. Ongewenst gedrag is soms duidelijk zichtbaar, maar vaak gaat het om subtiel gedrag dat voor de ontvanger kwetsend is.
Pesten is in de Arbowet opgenomen bij ‘psychosociale arbeidsbelasting’. Werkgevers zijn op grond van deze wet verplicht om een beleid te voeren dat erop gericht is om deze vorm van arbeidsbelasting te voorkomen of te beperken. Het Arbobesluit verplicht werkgevers om de risico’s in kaart te brengen in een Risico-inventarisatie en -evaluatie.
Daarnaast moeten in het Plan van Aanpak maatregelen worden opgenomen ter voorkoming van pesten op de werkvloer. Het personeel moet worden voorgelicht over de risico’s en de maatregelen die het bedrijf heeft getroffen. De werkgever dient al deze acties aantoonbaar uit te voeren.
Ook het Burgerlijk Wetboek beschermt de werknemer impliciet tegen pestgedrag. Op grond van artikel 7:658 heeft de werkgever een zorgplicht voor de veiligheid van de werkomgeving. Daarbij heeft hij de verplichting zich als goed werkgever te gedragen. Ook een werknemer moet zich als goed werknemer gedragen.
Als een werknemer gepest wordt op grond van zijn godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, hetero- of homoseksuele gerichtheid of burgerlijke staat, dan wordt hij ook beschermd door de Wet Gelijke Behandeling.
Als er sprake is van ongewenst gedrag zoals pesten is het belangrijk als een getroffen werknemer met zijn problemen terecht kan bij een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon richt zich erop melders van ongewenst gedrag te ondersteunen en te helpen bij het de-escaleren en het beëindigen van het, als ongewenst ervaren, gedrag.
Opvang en het meedenken over de oplossing zijn daarbij het doel, evenals het bijdragen aan herstel van de geschonden verbinding tussen melder en veroorzaker.
De vertrouwenspersoon begeleidt de medewerker hierbij. Vraag ons naar de mogelijkheden van een vertrouwenspersoon.